Meer sportclubs rookvrij, ‘maar we zijn er nog lang niet’

2048x1152

Een groeiend aantal sportclubs is rookvrij, maar op de meeste sportclubs is roken nog gewoon toegestaan. Bij de grote buitensporten voor kinderen, zoals voetbal, hockey, tennis, korfbal en atletiek, is gemiddeld 16 procent van de clubs helemaal rookvrij of is roken verboden op jeugddagen of bijvoorbeeld rond de velden.

Wel neemt het aantal rookvrije sportclubs steeds sneller toe. Het aantal sportclubs dat helemaal of gedeeltelijk rookvrij is, is het afgelopen jaar verdubbeld naar 1152, blijkt uit cijfers van de Alliantie Nederland Rookvrij (Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Longfonds). De toename past in de ontwikkeling dat roken op steeds minder openbare plekken wordt toegestaan.

Hockey voorop, tennis bungelt onderaan

“We zijn er echt nog niet, maar we zijn erg tevreden met de groei”, zegt Mara van Dooremaal, projectleider rookvrije sport bij de Hartstichting. “Toen we eind 2015 begonnen met ons initiatief De Rookvrije Generatie, was er één roeivereniging bij ons bekend die buiten rookvrij was en werd de eerste voetbalvereniging rookvrij.”

Bij het merendeel van de clubs met een antirookbeleid mag op seniorendagen of op specifieke delen van het clubterrein nog wel worden gerookt. “Ze beginnen met een deels rookvrij beleid als opstapje naar een compleet rookvrije club”, hoopt Van Dooremaal.

Van de sporten waar de meeste kinderen aan deelnemen, presteren hockeyverenigingen het best: 60 procent ervan is rookvrij. Tennisclubs zijn het minst vaak rookvrij: op 93 procent van de tennisverenigingen mag nog worden gerookt. Volgens Van Dooremaal komt dat doordat tennisclubs veel volwassen leden hebben. Tennisclubs hebben gemiddeld maar 20 procent jeugdleden, waar bij de andere sporten ongeveer de helft of meer van de leden uit jeugd bestaat.

Rokende bestuursleden

Wat clubs nog tegenhoudt antirookbeleid in te voeren, is de vrees leden en vrijwilligers tegen de haren in te strijken, zegt Van Dooremaal. Ook bij clubs waar veel rokende bestuursleden zijn, kan antirookbeleid minder prioriteit hebben. “Maar acht op de tien Nederlanders wil dat sportterreinen waar kinderen komen rookvrij zijn. Dus als het eenmaal is ingevoerd, hebben de meeste mensen daar begrip voor. Wij hebben nog niet van clubs gehoord waar vrijwilligers zijn vertrokken omdat ze niet meer mochten roken.”

Als het gaat om de handhaving van het antirookbeleid is er nog een “weerbarstige praktijk”. Er zullen altijd sporters of toeschouwers zijn die stiekem roken. Ook krijgen clubs veel bezoek van leden van andere verenigingen, die het beleid mogelijk niet kennen en argeloos een sigaret opsteken. “Het is een kwestie van goed herhalen. Het is belangrijk om mensen op de club verantwoordelijk te maken, die rokers op een vriendelijke manier op het beleid kunnen wijzen. Met een kopje koffie erbij is veel uit te leggen.”

Voetbalclubs hebben samen het grootste aandeel jonge leden. 14 procent van alle clubs is inmiddels rookvrij. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) had een rookverbod het liefst verplicht gesteld, maar dat bleek juridisch niet mogelijk, mailt een woordvoerder. De huidige vrijwillige route, via bewustwording, duurt weliswaar langer, “maar zorgt er wel voor dat voetbalverenigingen positiever aan de slag gaan”.

Bron: NOS